De studieloopbaan kan een lastig onderwerp zijn. Er zijn ontelbaar veel termen die je naar je hoofd krijgt gesmeten. Daarom is een flowchart gemaakt, zodat in een oogopslag het duidelijkheid kan worden gevormd.
Ten eerste heb je de middelbare school waar je als leerling uiteindelijk doorgaat naar het hogere onderwijs. VMBO/MAVO gaat naar MBO, HAVO gaat naar HBO-bachelor, en VWO gaat naar WO-bachelor. Dit zijn de ‘normale situaties’. Bachelors zijn de studies vòòr de masters. Een master is een na-opleiding, een extra verdieping op je studie. Meestal sluit een master dan ook goed aan op de (voor)opleiding.
HBO balanceert theorie met praktijk, WO is vrijwel alleen maar theorie en weinig praktijk. Als een HBO-student zijn/haar propedeuse (eerste jaar) heeft gehaald heeft hij/zij de mogelijkheid door te stromen naar WO, dit hoeft niet.
Als een student zijn/haar HBO-bachelor heeft afgerond heeft de student drie opties: werken, een HBO-master (hier zijn er maar een gering aantal van) of een pre-master.
Als de student gaat werken kan hij/zij altijd nog een master volgen vanuit het bedrijf. Een HBO-master kan worden gevolgd zonder dat er eisen zoals een pre-master worden gesteld. Een pre-master is het gevolg van een theorieachterstand ten opzichte van een WO-bachelor. Op papier zijn beide bachelors gelijkwaardig, in de praktijk zien we dat HBO’ers een theorieachterstand hebben die ten eerste moet worden ingehaald voordat de student begint aan de WO-master.
Een MBO’er kan na zijn/haar opleiding instromen bij een HBO-bachelor. Het is opleidingsafhankelijk of hij/zij een verkort traject kan krijgen of niet. De ex-MBO’er kan vervolgens hetzelfde traject afleggen als een ex-Havist.
Disclaimer: De flowchart laat niet alle mogelijkheden zien binnen de studieloopbaan. Er zijn altijd nog meer opties. Dit zijn echter de meest voorkomende trajecten.